Mijn kat moet overgeven, wat nu?

Mail of deel dit artikel:

Alles wat je kat eet en drinkt, wordt door de spieren van de slokdarm en de maag naar de darmen gebracht. Als je kat moet overgeven, werken deze spieren ineens de andere kant op.

Van tevoren voelt je kat zich duidelijk misselijk. Je kat kan daarbij smakken, kwijlen en gras eten. Daarna komt de inhoud van de maag met golven naar buiten. Het overgeven kost je kat duidelijk moeite: je ziet de buik van je kat hierbij samentrekken. Een ander woord voor overgeven is braken.

Je kat kan overgeven door een oorzaak in of buiten het maagdarmkanaal.

Oorzaken in het maagdarmkanaal

De meeste katten geven over door:

• haarballen;
• het eten van iets wat je kat niet gewend is;
• het eten van iets wat giftig is, bijvoorbeeld aan giftige planten;
• het opeten van een voorwerp;
• een gevoelige maag of voedselallergie;
• ontsteking in de maag en/of darmen door een buikgriepvirus, wormen of een bacterie.

Als je kat langere tijd pijnstillers (NSAID’s zoals carprofen en meloxicam) en/of ontstekingsremmers (corticosteroïden zoals prednisolon) krijgt kan dat ook tot overgeven leiden. Deze medicijnen kunnen een maagontsteking of maagzweer geven als je kat geen middelen krijgt die de maag beschermen.

Af en toe is een tumor in de maag of darmen een oorzaak van overgeven bij oudere katten.

Oorzaken buiten het maagdarmkanaal

Je kat kan ook overgeven door problemen in andere organen. Bijvoorbeeld door problemen in de alvleesklier zoals alvleesklierontsteking. Of als je kat last heeft van leverproblemen of nierproblemen. Meestal heeft je kat dan ook andere klachten.

Een andere oorzaak buiten het maagdarmkanaal is reisziekte. Geeft jouw kat over tijdens of na het vervoer in de auto? Dan raakt het evenwichtsorgaan van slag bij jouw kat en dat geeft misselijkheid en overgeven. Heeft je kat toch een autorit voor de boeg? Je dierenarts kan medicijnen voorschrijven die dit voorkomen.

Meestal kan het geen kwaad als je kat één of twee keer overgeeft. Meestal lucht het overgeven je kat op. Als de maag leeg is, komen de maag en darmen meestal vanzelf weer tot rust.

Maar als je kat vaker overgeeft verliest je kat veel vocht. Zeker als je kat ook diarree heeft. Het is daarom belangrijk dat je kat regelmatig kleine beetjes drinkt om uitdroging te voorkomen. Kittens en oudere katten drogen sneller uit en dat kan gevaarlijk zijn.

Krijgt je kat medicijnen? En geeft je kat binnen een paar uur na het ingeven over? Dan heeft het lichaam de medicijnen misschien niet opgenomen. Neem contact op met je dierenarts om te overleggen wat te doen.

• Heeft je kat maar één of twee keer overgegeven? Dan kun je rustig even afwachten. Laat de maag eerst een uurtje tot rust komen voordat je je kat eten aanbiedt.
• Houdt in de gaten of je kat regelmatig drinkt. Biedt vers water aan als je kat niet zelf gaat drinken. Drinken helpt om het vocht aan te vullen wat je kat overgegeven heeft.
• Voor zowel katten als kittens is het belangrijk om snel weer te eten. Voor kittens binnen een paar uur en voor een volwassen kat binnen 24 uur. Een kat heeft elke dag voeding nodig om geen leverproblemen te krijgen.   
• Laat je kat lekker rustig aan doen. Komt je kat graag buiten maar voelt hij of zij zich niet lekker? Dan kun je je kat beter binnen houden zodat je hem of haar extra in de gaten kunt houden.

Als een volwassen kat moet overgeven:

Je mag meteen je dierenarts of spoedkliniek bellen:

• als je kat (misschien) een voorwerp heeft opgegeten.
• als je kat (misschien) iets giftigs heeft gegeten.
• als je kat erge buikpijn heeft;
• als je kat blijft overgeven en niets binnen houdt;
• als je kat ook diarree heeft;
• als je kat in korte tijd steeds slomer of zieker wordt;
• als er bloed bij het braaksel zit;
• als je kat langer dan een dag niet wil eten.

Heeft je volwassen of oudere kat een ziekte zoals diabetes, nierproblemen of schildklierproblemen? Dan kan het overgeven sneller tot uitdroging leiden. Neem in die gevallen dezelfde dag nog contact op met je dierenarts.

Als een kitten moet overgeven:

Een kitten wat overgeeft komt sneller in de problemen dan een volwassen kat. Neem daarom meteen contact op met de dierenarts:

• als het kitten erge buikpijn heeft;
• als het kitten suf is of niet reageert zoals je gewend bent;
• als er bloed bij het braaksel zit;
• als het kitten niet binnen enkele uren eet of drinkt;
• als het kitten een halve dag niet heeft geplast;
• als het kitten ook diarree heeft.

Maak je je zorgen over je kat of kitten? Dan mag je natuurlijk altijd contact opnemen met je dierenarts.

Mail of deel dit artikel:

Deze informatie is met zorg gemaakt maar kan het contact met je dierenarts niet vervangen. Je dierenarts staat voor je klaar bij persoonlijke vragen en zorgt ervoor dat je huisdier de juiste behandeling krijgt bij klachten.